Ondanks dodelijke afloop toch vrijspraak

Ondanks dodelijke afloop toch vrijspraak

havva-05

Rechtbank Gelderland, 13 maart 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:1691

In deze strafzaak is de verdachte op enig moment met zijn auto op de linker rijbaan terecht gekomen, daarna gebotst tegen een hem tegemoet komende auto en vervolgens tegen een motor. Uiteindelijk een dodelijk ongeval. De verdachte werd artikel 6 van de Wegenverkeerswet ten laste gelegd, hetgeen inhoudt dat de bestuurder wordt verdacht van dood door schuld vanwege het veroorzaken van het ongeval.

Voor een veroordeling voor dit feit gelden echter bepaalde eisen, waar soms te snel aan voorbij lijkt te worden gegaan door het openbaar ministerie. Er moet minimaal sprake zijn van een juridische kwalificatie van ‘aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid’ door de verdachte. En er mag niet enkel uit de ernst van de gevolgen van het ongeval worden afgeleid dat er sprake is van schuld.

In deze zaak heeft de rechtbank geoordeeld dat deze ‘schuld’ niet kon worden vastgesteld. Er was namelijk geen objectieve oorzaak voor het ongeval gevonden. De verdachte kon zich er niets meer van herinneren en volgens een deskundige werd als mogelijke oorzaak genoemd dat verdachte buiten bewustzijn zou zijn geraakt als gevolg van een hartinfarct. De rechtbank acht dit ook, gelet op het dossier, aannemelijk. Verdachte kon in strafrechtelijk opzicht dus geen verwijt worden gemaakt. Gevolg; vrijspraak, ondanks de dodelijke afloop.