08 apr Liegen over woonplaats tegenover werkgever, reden tot ontslag op staande voet?
Uitspraak Rechtbank Rotterdam 27 Maart 2015, zaaknummer 3704789 CV EXPL 14-60133
Werknemer liegt over woonplaats
Een werknemer die tegen zijn werkgever gelogen had over zijn woonplaats, is op staande voet ontslagen. Het ontslag hield voor de rechtbank echter geen stand.
Voor ontslag op staande voet moet een dringende reden aanwezig zijn. Het moet dan gaan om zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, waardoor van de werkgever niet verlangd kan worden dat de arbeidsverhouding wordt voorgezet.
Dit is een strenge maatstaf, dat wil zeggen dat een werkgever niet te snel mag aannemen dat deze dringende reden aanwezig is. Daarbij komt nog de voorwaarde dat in geval van ontslag op staande voet er niet teveel tijd mag zitten tussen de gebeurtenis en de mededeling van het ontslag. Ook moet bij deze mededeling de reden van ontslag worden genoemd.
Zaak:
In een recente zaak was een werknemer met een tijdelijk contract voor drie maanden op staande voet ontslagen, nadat de werkgever erachter kwam dat de werknemer had gelogen over zijn woonplaats.
De werkgever was al niet erg blij met de werknemer, omdat er kort tevoren loonbeslag door het LBIO had plaatsgevonden. Nu had de werkgever een brief gekregen van de gemeente Den Haag waarin werd aangekondigd dat er loonbeslag gelegd zou worden wegens onterecht ontvangen bijstand.
Zo kwam de werkgever erachter dat de woonplaats die op het CV stond, niet overeen kwam met de vermoedelijke woonplaats van de werknemer. Hierbij ligt de nadruk op vermoedelijke woonplaats, omdat de gemeente Den Haag aangaf dat de woonplaats van de werknemer onbekend was.
De werknemer vocht het ontslag aan bij de rechtbank. De rechtbank overwoog dat het niet vaststond dat de werknemer over zijn woonplaats gelogen had. Belangrijker nog, zelfs al had hij daarover gelogen, dan nog leverde dat geen dringende reden voor ontslag op staande voet op.
Van de werkgever kon in dit geval wel verlangd worden, dat de arbeidsverhouding zou voortduren. De werkgever diende daarop het achterstallige loon tot het einde van de arbeidsovereenkomst te betalen.