Kijk uit met wat je op social media zegt en doet!

Kijk uit met wat je op social media zegt en doet!

suleyman-01

Rechtbank Noord-Holland, 12 mei 2015, zaaknummer 3679255 / VV EXPL 14-343

Een werknemer die een Whatsapp-bericht had verstuurd met een foto van een grafsteen met daarop de naam van zijn leidinggevende mocht niet om die reden ontslagen worden.

Tegenwoordig ziet men steeds meer in het nieuws: uitlatingen op social media kunnen tot ontslag leiden. Een gevolg hiervan is dat veel werkgevers een misplaatste tweet of beledigende opmerking op Facebook aangrijpen om de betreffende werknemer op staande voet te ontslaan.
Sommige werkgevers vergeten daarbij echter dat er voor ontslag op staande voet een dringende reden moet zijn. Daarvan is in dergelijke gevallen lang niet altijd sprake, zoals uit een recente zaak blijkt.

De werknemer uitte meermalen zijn frustraties, nu via Whatsapp-berichten aan een uitzendkracht die ook bij het bedrijf werkte. Deze berichten bevatten een foto van een grafsteen met als tekst ‘(naam leidinggevende’- Voor altijd weg door de servercrash maar voorgoed in ons hart’.

De uitzendkracht stuurde de berichten door naar de ploegleider. Daarop werd de werknemer op staande voet ontslagen. Hij stuurde nog een app naar de bedrijfsleider waarin hij zijn excuses aanbood, maar dat mocht niet baten. De werknemer stelde daarop in kort geding een loonvordering in.

Verweer werkgever
De werkgever gaf kortgezegd aan dat de werknemer een grens had overschreden. De afbeeldingen van een grafsteen en een lijkwagen met vermelding van de leidinggevende van de werknemer waren beledigend en bedreigend voor leidinggevende. Deze konden niet worden afgedaan als grap, zodat het gegeven ontslag op staande voet met onmiddellijke ingang gerechtvaardigd is.

Vonnis Rechtbank
De rechtbank vond dat de werknemer met zijn berichten wel de grenzen van het fatsoen had overschreden, maar dat deze niet als bedreiging konden worden aangemerkt. Van belang daarbij was dat hij ze niet aan leidinggevende zelf had verstuurd en dat het onduidelijk was hoe hij de berichten had opgevat. Leidinggevende had slechts aangegeven dat hij niets met de hele kwestie te maken wilde hebben.
De rechtbank betwijfelde dan ook of het ontslag in een nadere procedure (bodemprocedure) stand zou houden. De werknemer had daarom recht op doorbetaling van zijn loon tot het moment dat zijn arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zou eindigen.